Genesis en de rust

Gen. 1-3 (tweede deel)

drie zegeningen, twee gewichten, één maat

Genesis legt als titel de nadruk op het ontstaan. De joodse titel is Beresjit of In het begin, spreekt daar ook over. Het zou dus grote vragen beantwoorden over deze aardkloot, waar we vandaan komen, waarom we hier zijn, wie we zijn. Of nog, wie is God? Want hier is Hij zeldzaam voor de schermen werkzaam, in zeven dagen met onder meer zon en maan, de sterren, de oceanen, de dieren en de mensheid in het eerste hoofdstuk, in het tweede en derde met een aards paradijs.

Wat mij opviel bij deze lezing was dat God drie keer zegent in het eerste hoofdstuk. De HEER zegent de vogels in de lucht en de dieren in de zee, daarna op de zesde dag de mensheid met een gelijkaardige zegening om te heersen en te zorgen voor Zijn schepping, en een laatste keer op de zevende dag. Daar zegent God in een derde beweging de rust. Van in het begin is de hier beschreven God een persoon, die buiten tijd en ruimte staat, en het allerbeste met de wereld voorheeft.

Voor mij liggen hier grote verschillen met het godsbeeld dat volgelingen van Jezus in de mond wordt gelegd. Ik lees hier geen baard, geen gefronste wolk, geen Big Brother oog, wel een God die is, die een wereld maakt die is, met mensen die zijn en met rust die is, als bekroning daarvan. Niet de mens, wel de gebrachte rust, voltooit de Schepping in hoofdstuk 1.

Meestal bij een uitleg over deze passages maken sprekers contextanalyses over de Babylonische ballingschap, de tijd wanneer deze tekst zou zijn opgesteld. Het gebruik van Perzische elementen als een ‘uitspansel’ bewijst volgens deze contextuelen dat de schrijver dus reageert op Babylons scheppingsverhaal, waar Marduk opdracht geeft aan een moedergodin om een jonge god te doden om zo de eerste mensen te kunnen maken met dat jonge bloed. Deze visie herleidt het begin van Genesis/Beresjit tot een reactie, waarschijnlijk tegen bloeddorst en polytheïsme.

Wanneer je de tekst zo leest, probeer je met intelligentie de boodschap van dit hoofdstuk te versmallen tot één element. De kracht van van de tekst ligt net in de vele interpretatielagen zoals: het Joodse gemis van de Tempel uit hun thuisland, waar dat gemis een besef wordt dat Gods tempel om hen heen is in de wereld, met de sabbat als dankbaarheid daarvoor of andere verwijzingen zoals de tijdsverdeling in zeven stukken, de mens gemaakt naar Gods beeltenis, het benadrukken van de goedheid van elk onderdeel van de schepping.

Het tegengewicht van die goedheid en die rust, komt in hoofdstuk 2 — duidelijk een andere tekst, aan het voorgaande geplakt. Daar brengt God de mens naar de tuin van Eden, wat dicht komt bij een aards paradijs. Daar verleidt de slang de eerste mensen om een vrucht te proeven uit de boom van kennis van goed en kwaad, tegen het Gods waarschuwing in. De namen Adam en Eva krijgen op dat moment nog geen vermelding. Dat komt pas nadat ze uit de tuin worden verdreven. Deze ongehoorzaamheid ingeleid door de slang lijkt de poëzie van vreugde uit hoofdstuk 1 van een lange schaduw te voorzien in droevig proza.

Toch blijft God begaan met de mens, spreekt Hij met één stem door de teksten. Ondanks de waarschuwing, Adam en Eva zouden sterven na het eten van de vrucht, voert God die niet uit. In dat opzicht kreeg de slang gelijk, de dood werd niet hun straf. Wel moeten ze verder leven buiten de tuin in schaamte, zweet en pijn. In dat opzicht loog de slang, ze werden geen goden.

Ondanks de schaduw die de ongehoorzaamheid werpt, als tegengewicht van rust en zegen, blijft één en dezelfde maat behouden, een liefde zonder maat.

Genesis en de onrust

Gen. 1-3 (eerste deel)

In mijn hoofd raasde een storm de afgelopen dagen. Er stroomden al volzinnen uit mijn grijze cellen over deze eerste hoofdstukken. Want het begin van Genesis voedt verschillende debatten in deze tijd. Daar kan ik moeilijk omheen. Ik zou zelfs durven zeggen dat in dit deel van de wereld, het eerste boek van de hele verzameling uit de Bijbel nog het meest de geesten van veel mensen beroert.

spreekkoor van slurfen

Het beroert velen, al was het maar om zich te troosten met een ultiem bewijs. Het bewijs dat de beginpassages schaamteloos aantonen dat de Bijbel tot het verleden behoort, lees: naar de schroothoop ermee. Huidige inzichten zoals de evolutietheorie maken volgens velen gehakt van Genesis . Een imaginaire bloemlezing:

“We moeten daar toch geen belang meer aan hechten zeker, naïveling, dwaas, arm schaap. Dat is allemaal mythologie. Ik ben geen schaap. Kom aan, pief poef paf en de wereld was af zeker. Maak dat een ander wijs.”

“De mens stamt af van de aap. Punt. Het scheppingsverhaal gaf troost in een voorwetenschappelijke tijd tegen het onbekende. Nu weten we wel beter. Jij gelooft in een God van de gaten, die wetenschap nog openlaat, voorlopig.”

Niet alleen leest het als slappe proza, een kleuter kan zoiets verzinnen, het is daarnaast de basis geweest voor millennia vrouwenhaat.”

“Wij zouden de oorzaak zijn geweest van ons eigen miserie. Van het lijden in de wereld? Door een sprekende slang en een appel? Wat een straffende God. Ik geloof het tegendeel, de mens kan zo veel tegenwoordig. Ik geloof in de mens.”

“En met dienen God moet ge dus al helemaal niet afkomen. Die is een bebaarde mislukte Zeus-Thor-Krishna. Die had precies nood aan nieuwe huisdieren in zijnen hof en schopt ze er dan nog buiten ook. Wie gelooft dat nog? Hoe leg je dat uit? God is dood.”

Tot zover de evocatie. Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval. Ik doe hiermee gen recht aan terechte bedenkingen of argumenten. Ik wil hiermee vooral de olifant in mijn slaapkamer niet negeren, schrijvend over Genesis. Niet alleen zou ik dan verpletterd geraken en een vroegtijdige dood sterven op deze zolder. Mijn laatste schrijfsel zou ook nog eens onverschillig zijn voor de slurfverzuchtingen van dit grote wezen, blijkend uit de bloemlezing, met zonder twijfel goede bedoelingen en deels terechte verontwaardiging. Hopelijk kan je nu met een geruster hart, verscholen onder die logge olifantenhuid, verder lezen. Ik ken de bezwaren. Ik heb ze zelf ook ooit gemaakt of er door in de knoop gelegen. Ik ken die olifanten. Hopelijk durf bij het lezen van de passages over Genesis, bij sommige van jouw overtuigingen je slurf in een vraagteken te draaien. Hoe komt het dat ik er zo over denk? Is dat echt de enige mogelijkheid?

Twijfels voor de start

Waarom begin ik hieraan?

Om mijzelf te bewijzen dat ik juist ben?

Om anderen terecht te wijzen?

Vanuit de bevlieging toen een van mijn vrienden Star Wars mythologie zou beginnen lezen en dat een bijbel noemde?

Dit zijn geen goede redenen.

Hoe lees ik de Bijbel het best?

Veel van de boodschap zal mij misschien ontgaan.

Als ik belangrijke passages lees vanuit interpretaties die ik al hoorde, krijgt deze nieuwe lezing minder zin.

Veel teksten van theologen erbij halen lijkt mij niet te bedoeling. Die schijnen vaak zelf verdwaald in hun eigen visie. Ik wil dus niet worden zoals sommige bijbelgeleerden.

Een schoonheid van teksten, is dat je ze op altijd verfrissende gezichtspunten kan bekijken. Dat zal bij de Bijbel nog meer het geval zijn. Eeuwen en eeuwen na de opstelling en samenstelling praten mensen er nog over. Naast al die gezichtspunten zal ik de mijne van het moment, in alle kleinheid, er bijvoegen.

Wat is mijn gezichtspunt dan?

Moet ik daar afstand van nemen om de grondteksten uit het Jodendom en Christendom te kunnen lezen?

Ik hou in het achterhoofd om vooral te lezen vanuit het gezichtspunt van de beoogde lezer door de auteur.

Wat heeft God van doen met al die verschillende teksten?

Zal ik ongelovig worden door de Bijbel te lezen?

Door de beweerde ongerijmdheden, valsheden die erin staan?

Vaak gehoord: Als God wil dat de mensheid Hem kent, waarom kwam het dan in zo’n ingewikkeld boek?

Het zal belangrijk zijn om samen met het lezen van de Bijbel, nog meer ernaar te leven. Ook met de nieuwe vragen die zullen bovendrijven.

Waar begin ik aan…

Wanneer ik als ongedisciplineerde dit voor elkaar kan krijgen en het niet opgeef, dan kan ik op zijn minst met meer zekerheid zeggen dat ik niet geloof omwille van mijn familie of omgeving. HEER, sta mij bij.

Design a site like this with WordPress.com
Get started