Design a site like this with WordPress.com
Get started

Genesis en de onrust

Gen. 1-3 (eerste deel)

In mijn hoofd raasde een storm de afgelopen dagen. Er stroomden al volzinnen uit mijn grijze cellen over deze eerste hoofdstukken. Want het begin van Genesis voedt verschillende debatten in deze tijd. Daar kan ik moeilijk omheen. Ik zou zelfs durven zeggen dat in dit deel van de wereld, het eerste boek van de hele verzameling uit de Bijbel nog het meest de geesten van veel mensen beroert.

spreekkoor van slurfen

Het beroert velen, al was het maar om zich te troosten met een ultiem bewijs. Het bewijs dat de beginpassages schaamteloos aantonen dat de Bijbel tot het verleden behoort, lees: naar de schroothoop ermee. Huidige inzichten zoals de evolutietheorie maken volgens velen gehakt van Genesis . Een imaginaire bloemlezing:

“We moeten daar toch geen belang meer aan hechten zeker, naïveling, dwaas, arm schaap. Dat is allemaal mythologie. Ik ben geen schaap. Kom aan, pief poef paf en de wereld was af zeker. Maak dat een ander wijs.”

“De mens stamt af van de aap. Punt. Het scheppingsverhaal gaf troost in een voorwetenschappelijke tijd tegen het onbekende. Nu weten we wel beter. Jij gelooft in een God van de gaten, die wetenschap nog openlaat, voorlopig.”

Niet alleen leest het als slappe proza, een kleuter kan zoiets verzinnen, het is daarnaast de basis geweest voor millennia vrouwenhaat.”

“Wij zouden de oorzaak zijn geweest van ons eigen miserie. Van het lijden in de wereld? Door een sprekende slang en een appel? Wat een straffende God. Ik geloof het tegendeel, de mens kan zo veel tegenwoordig. Ik geloof in de mens.”

“En met dienen God moet ge dus al helemaal niet afkomen. Die is een bebaarde mislukte Zeus-Thor-Krishna. Die had precies nood aan nieuwe huisdieren in zijnen hof en schopt ze er dan nog buiten ook. Wie gelooft dat nog? Hoe leg je dat uit? God is dood.”

Tot zover de evocatie. Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval. Ik doe hiermee gen recht aan terechte bedenkingen of argumenten. Ik wil hiermee vooral de olifant in mijn slaapkamer niet negeren, schrijvend over Genesis. Niet alleen zou ik dan verpletterd geraken en een vroegtijdige dood sterven op deze zolder. Mijn laatste schrijfsel zou ook nog eens onverschillig zijn voor de slurfverzuchtingen van dit grote wezen, blijkend uit de bloemlezing, met zonder twijfel goede bedoelingen en deels terechte verontwaardiging. Hopelijk kan je nu met een geruster hart, verscholen onder die logge olifantenhuid, verder lezen. Ik ken de bezwaren. Ik heb ze zelf ook ooit gemaakt of er door in de knoop gelegen. Ik ken die olifanten. Hopelijk durf bij het lezen van de passages over Genesis, bij sommige van jouw overtuigingen je slurf in een vraagteken te draaien. Hoe komt het dat ik er zo over denk? Is dat echt de enige mogelijkheid?

Advertisement

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: